Expeditie XL: Sap, fruit, bodem, krekels en kippen

leestijd
0

leestijd:
± 0 min.

  • Datum:
  • Auteur:


Een bont gezelschap vertrok op donderdag 6 februari vanaf het station in Lelystad op weg naar een dag vol circulaire avonturen. Ondernemers, inwoners van Flevoland, ambtenaren van binnen en buiten Flevoland, Statenleden, financiers, onderzoekers, allemaal wilden ze met eigen ogen zien wat er in Flevoland gebeurt op het gebied van de circulaire economie. En met het programma dat ze kregen voorgeschoteld tijdens de 2e Expeditie XL, was er genoeg te zien voor de nieuwsgierige ogen.

Deelnemers van de expeditie zitten in de kantine van Flevosap. Omringd door posters van Flevosap en uiteraard met flessen sap op tafel voorzich.

Flevosap

Één van Flevolands bekendste merken: de sapproducent Flevosap. Per jaar wordt hier 9 tot 10 miljoen kilo aan appels geperst tot het bekende troebele sap. Dit sap wordt overigens onder meer namen verkocht aan verschillende landen. Op het moment van de rondleiding werden er flessen sap voor een Zuid-Koreaanse supermarkt gevuld. Voor het persen worden appels gebruikt van klasse 3. Dit zijn appels die beschadigd van de boom of sorteerband komen en die niet meer gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden. Een groot deel van deze appels komt uit de omgeving van Flevoland. Dat scheelt weer in de transportkilometers. Na het persen blijft er nog een soort appelmoes over. Dit wordt verwerkt tot veevoer. De appels en peren worden bij Flevosap zelf geperst, de overige sappen (sinaasappel, frambozen, etc.) worden als sap bij het bedrijf aangeleverd. De groep mocht zich in een zeer modieus wit plastic jasje met blauw haarnetje kleden, om daarna de productiehal te bezichtigen. Alleen het deel, waar de flessen gevuld, gepasteuriseerd en gelabeld werden, mocht de groep zien. Het vernuft, waarmee dit proces is ingericht, maakte veel indruk op de bezoekers.

 

Bakken met peren worden gesorteerd aan de lopende band.

Florissen

Samen met zijn broers runt Nico Florissen een fruitteeltbedrijf, dat appels en peren voor een internationale markt kweekt. Zo gaan zijn appels en peren naar supermarkten in Nederland, maar ook naar Groot-Brittannië en Oost-Europa. Omdat zijn bedrijf in een toekomstige vliegroute van Lelystad Airport ligt, heeft Nico Florissen zich aangesloten bij de Lelystadse Boer. Dit is een collectief van boeren, dat op zoek is naar kansen rondom de luchthaven.
De grootste uitdaging voor Nico Florissen is het gezond houden van zijn bodem en zijn vruchten. Dit probeert hij zo duurzaam mogelijk te doen, met zo weinig mogelijk chemische en zo veel mogelijk natuurlijke bestrijdingsmiddelen. Om de voedingstoffen in de grond op peil te houden, haalt hij zijn mest bij een veehouder in Zeewolde en brengt hij al het snoeihout en fruitresten terug in de bodem voor bodemverbetering.
Om zijn fruit zo vers mogelijk te houden, wordt het in grote koelruimtes opgeslagen. De stroom hiervoor komt uit zonnepanelen. Het nadeel daarvan is, dat de stroom daarvan niet beschikbaar is op het moment dat hij het het hardst nodig heeft.

Een student en een docent worden op het podium van de Aeres Hogeschool geinterviewd.

Aeres Hogeschool Dronten

Omdat in Flevoland niet alleen het bedrijfsleven zich bezig houdt met de circulaire economie, maar ook het onderwijs onderzoekskansen en ontwikkelmogelijkheden ziet, is de volgende stop bij de Aeres Hogeschool in Dronten. De groep werd ontvangen door Piet Moonen, lector Circulair Ondernemen. Aan de hand van een flink aantal aansprekende voorbeelden van projecten die door de hogeschool gedaan worden, ontstond een goed beeld van de creativiteit in het onderwijs. Zo is er een project gedaan om van aardappelschillen brood te maken. En een project om een kringloop te maken met vissen en planten (aquaponics). Daarvoor is in een grote kas een proefopstelling gemaakt. In dezelfde kas is nog ruimte voor meer proeven. Aeres riep dan ook op om ideeën aan te dragen.
Tijdens een korte groepsdiscussie liet een ondernemer vallen dat hij een goede samenwerking had met Aeres, maar tegen regelgeving aanliep om de proeven om te zetten in een goed businessmodel. Gedeputeerde Cora Smelik was bij dit deel van de Expeditie ook aanwezig en zij liet gelijk weten dat ondernemers met dit soort problemen zich bij de overheid moeten melden, zodat kan worden gekeken waar regels knellen en hoe dit mogelijk opgelost kan worden.

Een burger gemaakt van krekels.

Krekels als lunch

Zelfs de lunch van de expeditie was afgestemd op het onderwerp. De productie van dierlijke eiwitten kost veel energie, water en grondstoffen en zorgt voor extra CO2-uitstoot. Een geschikt alternatief daarvoor is het eten van insecten. Zij bevatten veel eiwitten, maar hebben veel minder voedsel en water nodig om te groeien. De chefkok van de Aeres Hogeschool had speciaal voor de Expeditie burgers laten maken van krekels. Het grootste deel van de groep liet zich deze krekelburger goed smaken!

De deelnemers van de expeditie XL dragen blauwe schoenbeschermers en kijken van buiten naar binnen de kippenschuur in.

De kippen van Johan Leenders

De familie Leenders doet aan circulaire landbouw en het houden van pluimvee. De kippen voeren met de resten van de landbouw en de kippenmest gebruiken als bodemverbeteraar, klinkt als een prima aanpak. Alleen kan dit vanwege allerlei regels niet. Het eten voor de kippen komt namelijk ook van omliggende boerderijen, maar reststromen uit de landbouw mogen niet zomaar vervoerd worden. Daarnaast is de prijs voor kippenvlees zover gedaald de afgelopen jaren, dat het steeds moeilijker wordt om in je bedrijf te blijven innoveren. Slechts een paar cent per kilo meer zou al voldoende zijn om daar een verschil te maken. Misschien iets om over na te denken, als je weer bij de kiloknallerkip van de supermarkt staat.
Uiteraard moest de ‘stal’ van de kippen bezocht worden. Vanwege de hygiëne mocht de groep niet tussen de kippen lopen. Maar via een open deur konden de bezoekers goed zien hoe de kippen van Leenders zich rustig door een grote open ruimte konden bewegen of zich konden terugtrekken in hun eigen hokje in de grote naastgelegen schuren.

Aard, de eigenaar van de Meerhof, spreekt de bezoekers toe van achter een tafel.

De Meerhof

Aard Robaard van boerderij De Meerhof houdt zich volledig bezig met duurzame landbouw. Na lang uitproberen is hij uitgekomen bij een systeem waarin hij graan en andere gewassen laat rouleren over zijn percelen. Hierdoor wordt de bodem niet uitgeput en is de noodzaak om bij te mesten veel kleiner. Hij gebruikt de stro van het graan als bodemverbeteraar. Voor Aard is het heel logisch dat hij voorzichtig is met de bodem, want zijn kinderen en hun kinderen moeten ook gebruik kunnen maken van dezelfde bodem.
Tegelijkertijd ziet hij dat verwerkende bedrijven een monopolie-positie ontwikkelen. Zo kunnen zij eisen stellen aan de boeren en de prijs bepalen. Dit leidt tot kortetermijndenken bij sommige boeren. En daar maakt hij zich wel zorgen over. Het gesprek met Aard eindigde met de vraag wat hij morgen zou willen veranderen als hij daar de macht voor had. Hij zou dan het stikstofprobleem willen oplossen. Niet omdat hij er zelf last van heeft, maar omdat hij zijn collega’s er zo mee ziet worstelen.
Na deze woorden, mocht de groep nog even rondkijken op de akkers, voordat de bus weer vertrok naar het station in Lelystad. De groep was uitgeput na een lange expeditie, maar gevuld met nieuwe en waardevolle informatie en indrukken.
Tot een volgende expeditie!

Hou mij op de hoogte over nieuws binnen de thema’s

  • Velden aangeduid met een * zijn verplicht
  • Landbouw: Meerdere Smaken
    Regionale Kracht
    Ruimte voor Initiatief
    Het Verhaal van Flevoland
    Duurzame Energie
    Platform Circulair Flevoland
    Krachtige Samenleving