“We moeten goedkoper zijn dan storten en verbranden.”
leestijd:
± 0 min.
-
- Auteur:
Iedere dag rijdt er een vrachtwagen van Kopenhagen naar Biddinghuizen. De bestemming: Van Werven Plastic Recycling. “De gemeente Kopenhagen vindt dat grof plastic afval hergebruikt moet worden. En wij zijn het dichtstbijzijnde bedrijf die dat kan verwerken tot een nieuwe grondstof.” Ton van der Giessen is managing director van de plasticverwerkingstak van het familiebedrijf Van Werven. Al meer dan 40 jaar houdt het bedrijf zich bezig met het inzamelen en verwerken van afval. En inmiddels mag het bedrijf zich dus ook grondstoffenleverancier noemen van de circulaire economie. Hoewel dat niet heel soepeltjes gaat. “De Europese wet is nu nog zo geschreven dat afval afval is en afval blijft. In ons bedrijf komt het binnen als afval, wordt het verwerkt en dan heb je een magic moment, waarop het afval geen afval meer is, maar een grondstof is geworden. Anders zouden bedrijven die onze grondstof willen gebruiken voor hun productieproces ineens hun vergunningen moeten hebben voor het verwerken van afval of zelfs op een andere locatie moeten gaan zitten, omdat het bestemmingsplan geen afvalverwerking toelaat. En een producent van hoogwaardige kunststofproducten is geen afvalverwerker en dat willen ze ook helemaal niet zijn.”
Duurzaam plastic?
Het is maar één van de voorbeelden die Van der Giessen kan opnoemen van de hobbels waar Van Werven tegen aan is gelopen (en nog tegen aan loopt) bij de verwerking van grof plastic afval tot een hoogwaardige grondstof voor nieuwe plastic producten. “Het begint al bij het scheiden van het afval. Je hebt namelijk plastic en je hebt plastic. De plastic zakjes en verpakkingen zijn voor ons niet interessant, die worden nu flink gesubsidieerd verwerkt, omdat er nog niet een goede business case voor is. Het soort plastic dat wij nodig hebben, wordt nu nog heel vaak verbrand. Waarom? Omdat dat goedkoper is. Wij hebben pas een business case als ons product goedkoper is dan storten, verbranden of de originele grondstof. Je ziet in de landen om ons heen, zoals België, Engeland, Ierland, Zweden dat ze daar het storten en verbranden zo duur maken of zelfs verbieden dat het laten verwerken heel interessant wordt. Daarom hebben we ook vestigingen in die landen , omdat we daar makkelijk een business case rond kunnen krijgen. In Nederland zijn we helaas nog niet overal zo ver. We hebben wel een stortverbod, maar nu wordt nog 80% van het kunststof verbrand. Daarom komt meer dan 60% van het plastic dat we in Nederland verwerken uit het buitenland, zoals het eerder genoemde Denemarken.” Dat betekent dat er iedere dag 30 vrachtwagens vol plastic afval het terrein in Biddinghuizen oprijden. Maar hoe verhouden die dieselverbruikende vrachtwagens zich tot de duurzaamheidswens van Van Werven? “Het productieproces van nieuw plastic genereert zoveel CO2, dat wij dat zelfs met al die vrachtwagens vol plastic niet kunnen evenaren.” Maar Van Werven kijkt wel hoe ze dat in de toekomst op een duurzamere manier kunnen oplossen. Door te investeren in een windpark en zonnepanelen vermindert het bedrijf wel haar eigen CO2-voetafdruk aanzienlijk.
Lange adem
Hoewel duurzaamheid een belangrijk speerpunt is voor Van Werven, moet de plasticrecycling ook gewoon rendabel zijn. Het familiebedrijf kijkt daarbij wel meer naar de lange dan naar de korte termijn. Van der Giessen: “We wisten gewoon dat we van plastic afval een nieuwe grondstof konden maken. En technisch bleek dat ook niet eenvoudig maar wel oplosbaar te zijn. Dat was dan ook gelijk het enige dat we zelf konden realiseren. Want daarna heb je een product waar je afnemers voor nodig hebt. Het heeft 4 jaar geduurd voordat we plasticproducenten zo ver kregen dat ze onze herbruikbare grondstof wilden gaan gebruiken.” 4 jaar is oneindig lang voor een ondernemer, je moet dan echt wel in je product geloven. Gelukkig had Van Werven ook andere activiteiten waarmee het bedrijf zichzelf kon bedruipen en zich daarmee van een lange adem voorzien. “Nu hebben we een ander probleem: onze afnemers zijn zo tevreden over het product dat ze veel meer willen. Nu moeten we dus alle zeilen bijzetten om voldoende materiaal te vinden om te verwerken. In Europa wordt nog maar 5% van al het bruikbare plastic gerecycled, dus materiaal is er zat. Het moet alleen apart verzameld worden. Daar zit nu de grootste uitdaging. De overheden kunnen daarbij helpen door duidelijke kaders te stellen. Daarna lost de markt het zelf wel op!”